Een klimaatneutrale stad
Beeld je eens in: een stad waar iedereen kan genieten van groene stroom. Een stad die niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Een stad waarin alle huizen goed zijn geïsoleerd. Een stad met propere lucht en met ruimte om te wonen, te leven en te werken. We zijn ervan overtuigd: In Halle kunnen we dit voor elkaar krijgen. Op voorwaarde dat we er nu aan beginnen. Door als stad zelf duurzame energie op te wekken voor alle inwoners. Door alle inwoners de kans te geven om hun huis te renoveren. Door samen de groene revolutie te maken, zonder iemand achter te laten. Zo zorgen we voor een klimaatneutrale stad op mensenmaat.
Visie & achtergrondinformatie
We krijgen steeds meer te maken met de uitdagingen die de opwarming van de aarde stelt. Sinds industriëlen in de negentiende eeuw kolen, olie en gas ontdekten als goedkope energiebron zijn ze fossiele brandstoffen in een steeds hoger tempo beginnen verbranden. De impact daarvan is rampzalig: temperaturen stijgen, weerpatronen veranderen en de zeespiegel stijgt. Klimaatverandering treft vandaag steeds meer mensen, ook in onze stad. Door het snel opwarmende beton en asfalt stijgt de temperatuur in stedelijk gebied dubbel zo snel als daarbuiten.
We hebben geen tijd meer om te talmen. Alle wetenschappelijke rapporten duiden aan: 'Wij zijn de laatste generatie die het tij kan keren'. De PVDA wil voluit de ambitieuze keuze maken om de C02-uitstoot met 40% te doen dalen tegen 2030 en als stad volledig klimaatneutraal zijn tegen 2050 zoals het Burgemeesterconvenant 2030 vooropstelt. Halle wordt een stad van de toekomst, waar het gezond leven en werken is. Een stad die niet langer bijdraagt aan de opwarming van het klimaat. Deze omslag doen we op een sociaal rechtvaardige manier: als we echt verandering willen brengen, dan moet iedereen mee.
Als we willen dat de omslag slaagt, zal iedereen erin moeten worden betrokken. Dan kunnen we niet wachten op individuele initiatieven, maar dan moeten we structureel, gepland werken. Dat is ook wat het succes van een stad als Kopenhagen verklaart, zij plannen, organiseren, en blijven niet stilstaan bij individuele initiatieven. Want hoe goed bedoeld ook, het zijn uiteindelijk druppels op een hete plaat.
De grootste uitstootposten in Halle zijn energieverbruik van transport (56%) en huishoudens (21%). Ons klimaatplan is dus gericht om die uitstoot aan te pakken. Uitstoot pakken we aan door echt te investeren in hernieuwbare energie. En daarvoor nemen we het heft zélf in handen met een regionaal energiebedrijf in handen van de samenleving. Dat energiebedrijf zorgt zelf voor hernieuwbare energie, voor het isoleren van alle huizen en gebouwen, ongeacht het inkomen van de bewoners en voor een duurzamere verwarming van die gebouwen. Om de uitstoot uit transport aan te pakken, investeren we in alternatieven op de auto. Een daarvan is gratis openbaar vervoer in de stad. We kiezen voor een mobiliteitsplan en een ruimteplan waarin duurzame keuzes de vanzelfsprekende keuzes worden, want de beste energie is de energie die we niet gebruiken.
Een klimaatneutrale stad rekent op haar inwoners om de verandering mee in gang te zetten. Maar ze plaatst daar ook een eigen engagement tegenover: de groene revolutie maken we samen. We zorgen dat iedereen mee kan met de groene golf. We zorgen voor plannen waardoor de inspanningen van burgers zin krijgen en geen druppel op een hete plaat blijven. Zodat inspanningen samen renderen, in plaats van elk op zichzelf te staan.
Wat wij willen
Eén. Een openbaar regionaal energiebedrijf
- We richten een regionaal energiebedrijf op in Halle en de omringende regio, het Pajots Energiebedrijf (PEB). PEB is een openbaar energiebedrijf van ons allemaal dat investeert in energiebesparing en honderd procent hernieuwbare energie aan betaalbare prijzen garandeert.
- PEB werkt een ambitieus zonneplan uit. Op alle stadsdaken die volgens de zonnekaart interessant zijn worden zonnepanelen geïnstalleerd, dit zowel op de daken van publieke gebouwen, van bedrijven, als op de daken van particulieren. Bij particulieren met te weinig financiële middelen wordt de initiële kost gedragen door de stad, men betaalt dit terug via het verschil op de energiefactuur.
- PEB investeert in grote windmolens in gebieden waar er weinig bewoning is. Er wordt een windkaart opgesteld om kleine windmolens te plaatsen op open plaatsen in Halle.
- PEB breidt de bestaande riothermieprojecten uit en gebruikt de warmte van de riolering om energie op te wekken.
- PEB brengt de isolatiestatus van huizenblokken in kaart en biedt groepsrenovaties aan waar de nood het hoogst is. Verhuurders moeten hun eigendom isoleren. Bij financiële moeilijkheden gebeurt dit via een derdebetalerssysteem.
- PEB beheert het Halse warmtenet en geen private partner. De verschillende wijken in Halle worden aangesloten op een warmtenet of een koudenet. De restwarmte van de industrie zorgt voor warmte in de Halse wijken. De wijken rond Colruyt moeten maximaal worden aangesloten op het bestaande warmtenet dat werkt met de restwarmte van Colruyt. Door middel van WarmteKrachtKoppeling (WKK) wordt de omzetting van warmte ook gekoppeld aan de opwekking van energie om de CO2 -uitstoot verder te doen dalen.
- De raad van bestuur van PEB bestaat voor minstens een derde uit gewone inwoners uit de regio en voor een derde uit werknemers van het De verslagen ervan zijn publiek beschikbaar en de vergaderingen kunnen via livestream gevolgd worden.
- Wie 1000 handtekeningen van bewoners uit de regio verzamelt, kan een punt op de agenda van de raad van bestuur van PEB zetten. De leden van de raad van bestuur zijn afzetbaar door de bevolking.
Visie
We richten een openbaar regionaal energiebedrijf op. Een energiebedrijf van ons allemaal met drie doelstellingen: een goede dienstverlening met betaalbare energieprijzen, de productie van 100 procent hernieuwbare energie en volop inzetten op energiebesparing. De omschakeling naar hernieuwbare energie zal niet van de energiemultinationals komen die in de eerste plaats bezig zijn met het maken van winsten. Wat we van hen kunnen verwachten is maximaal grijze stroom: In plaats van zelf te investeren in windmolens, zonnepanelen of biogas-centrales kopen Belgische leveranciers groene etiketten. Door PEB op te richten, kunnen we wél echt gaan voor duurzame energie. We schakelen de verstikkende winstlogica van de energiesector gewoon uit. Kopenhagen, Stuttgart en München doen het ons al voor. Hun stadsenergiebedrijven produceren duurzame stroom aan betaalbare prijzen. We betrekken de omliggende regio om meer mogelijkheden te creëren om hernieuwbare energie op te wekken. Willen we onze energie 100 procent lokaal produceren dan hebben we de ruimte nodig die de omliggende regio kan bieden. Halle moet hierin de voortrekkersrol spelen.
We willen verzekeren dat de groene energie betaalbaar is voor iedereen. Een publiek energiebedrijf kan zelf de sociale voorwaarden bepalen en de opgewekte energie toegankelijk maken voor alle Hallenaren. Want als we echt verandering willen brengen, kunnen we ons niet permitteren om enkel te rekenen op wie zelf genoeg geld heeft, dan moet iedereen mee.
Via een zonneplan bepalen we welke huizen, terreinen, bedrijven en openbare gebouwen interessant zijn om zonnepanelen te plaatsen. PEB investeert en plaatst zelf de zonnepanelen op de daken. De energie wordt daarna verdeeld over de regio.
PEB werkt verder aan een windplan. We maken een onderscheid tussen grote windmolens met een ashoogte die hoger is dan 15 meter en kleine windmolens met een ashoogte die lager is dan 15 meter. PEB investeert en bouwt de windmolens zelf. Momenteel staan er al heel wat windmolens in Halle, maar die zijn eigendom van Colruyt en Callebaut. Er worden ook windmolens geplaatst in weinig bevolkte gebieden. De kleine windmolens hebben een kleiner verbruik, maar zijn inzetbaar in dichter bevolkte gebieden. We stellen een windplan op om de meest interessante plaatsen in Halle te vinden en kleine windmolens te plaatsen.
We willen in Halle de warmte van ons rioleringsnetwerk gebruiken om energie op te wekken.
PEB werkt aan de omvorming van ons energienet, zodat het de distributie van stroom uit de nieuwe duurzame bronnen aan kan.
Het energiebedrijf geeft niet alleen om energieopwekking, maar ook om energiebesparing bij de stadsdiensten, burgers, verenigingen en bedrijven. Te beginnen met de isolatie van alle Halse gebouwen. De slechte isolatie vormt een grote uitstootpost en hoort noodzakelijk aangepakt te worden. Het energiebedrijf organiseert de isolering van de woningen en gebouwen, wijk per wijk. Verhuurders en huiseigenaars die de isolatie niet kunnen financieren kunnen terugvallen op een derdebetalerssysteem. Dit betekent dat de kostprijs initieel betaald wordt door PEB, en nadien wordt het verschil tussen de huidige energiefactuur en het energieverbruik gebruikt om de isolatie af te betalen.
Het energiebedrijf investeert ook verder in het stedelijk warmtenet. Hierbij wordt de restwarmte van de industrie niet geloosd, maar gebruikt om de warmtevraag elders op te vangen. Het warmtenet kan worden aangevuld met een koudenet. Hierbij wordt grondwater vanop 70 meter diepte naar boven gepompt. Het water kan worden gebruikt om huizen te verwarmen, maar ook om ze af te koelen tijdens de warme zomers. We maken gebruik van warmtekrachtkoppeling bij zowel het warmte -als het koudenet om buiten warmte ook elektriciteit te kunnen opwekken.
Een andere sleutel van een openbaar energiebedrijf is de inspraak van de bevolking, die eindelijk zeggenschap krijgt over haar eigen energie. We willen geen ondoorzichtig beslissingsorgaan, maar een echt burgerbedrijf dat verantwoording aflegt aan de Hallenaren en bewoners van de omliggende regio. Daarom moeten werknemers van het bedrijf en burgers elk één derde van de raad van bestuur verkiezen. Alle vergaderingen moeten publiek zijn, en de mogelijkheid moet bestaan om punten op de agenda te laten plaatsen.
Door de verschillende dragers van energie, de energienetten zelf en de energiebesparing in één publiek bedrijf samen te bundelen, openen we de weg naar een efficiënt groen energiebeleid. Want integratie is de sleutel om de soms grillige productie van groene energie te kunnen stroomlijnen, dat leren de groene steden in Duitsland en Denemarken ons.
Al sinds de liberalisering van de energiemarkt zijn de prijzen fors toegenomen. Multinationals zoals Engie-Electrabel maken woekerwinsten dankzij afgeschreven kerncentrales, en lobbyen ondertussen om de transitie naar groene stroom tegen te houden. Wanneer de regering subsidies uitkeert voor groene energie vloeien de winsten vooral terug naar de grote multinationals. Die leggen namelijk zonnepanelenparken aan als een soort financiële belegging. De subsidies worden intussen doorgerekend aan de belastingbetaler en de consument via bijvoorbeeld de (intussen vernietigde) Turteltaks of het steeds hogere prosumententarief. De consument moet zo opdraaien voor de winstvoet van de allerrijksten.
Ook de stijging van de distributienettarieven en de heffingen waren een belangrijke factor in de stijgende prijzen. Ondertussen maken die kosten ongeveer twee derde van de prijs uit. Hier hebben steden en gemeenten heel wat in de pap te brokken: de raden van bestuur van Eandis, Elia, Fluxys, en Infrax worden bemand door politici die uit de gemeenten afgevaardigd worden. In plaats van in te zetten op moderne infrastructuur of de prijzen te doen dalen, eisen ze daar als aandeelhouders vooral zoveel mogelijk dividenden.
Een openbaar energiebedrijf zal ons in staat stellen om onze ambitie om te zetten in realiteit. Een plan waarmee we klimaatneutraal worden tegen 2050. We laten in onze groene revolutie geen enkele Hallenaar uit de boot vallen en maken hiervan een project van alle inwoners.
Twee. Een stad op maat van het klimaat
- Een effectief klimaatbeleid moet een integraal klimaatbeleid zijn. In alle beleidskeuzes, op vlak van investeringen, op vlak van wonen, transport, consumeren en noem maar op, moet duurzaamheid een onderdeel zijn.
- We zorgen voor een ruimtelijke ordening met integrale wijken waar alle diensten aanwezig zijn, zodat de energiezuinigste keuze ook de meest logische wordt.
- We betrekken de Hallenaren in de plannen om Halle klimaatneutraal te krijgen. We creëren op die manier een draagvlak voor de plannen en ontwikkelen een bron voor nieuwe ideeën
- We gaan na of Halle beleggingen heeft in fondsen die investeren in fossiele brandstoffen. Is dat het geval, dan trekken we het geld van de stad daaruit terug en investeren het in PEB.
Visie
Halle klimaatneutraal maken tegen 2050 draait om meer dan duurzame energie. Het gaat ook over anders omgaan met mobiliteit en met wonen. Het gaat over heel bewust omgaan met de publieke ruimte. Klimaatbeleid is geen eiland op zich: het loopt als een groene draad door alle beleidsdomeinen heen. We willen van Halle een pionier maken in de klimaatrevolutie. Halle moet een groene en ecologische stad worden waar andere steden een voorbeeld van kunnen nemen.
In de ruimtelijke planning van onze stad verleggen we de prioriteiten. In een klimaatneutrale stad krijgen de winsten van projectontwikkelaars geen voorrang. We richten de stad zo in dat de energiezuinigste keuzes ook de meest logische worden. Dat wil zeggen dat in elke buurt basisvoorzieningen aanwezig zijn: winkels, diensten en medische centra, maar ook cultuurcentra, ontmoetingsplaatsen, en open en groene ruimte. We voorzien voldoende parkeerplaatsen voor fietsen. Zo wordt de auto vanzelf overbodig.
De klimaatambitie moet een gezamenlijke ambitie worden. Het is een bezorgdheid die leeft bij velen en heel wat Hallenaren proberen op hun manier hun steentje bij te dragen. Die individuele initiatieven en ideeën moeten hun plaats krijgen in een groot en ambitieus plan uitgevoerd door de stad. Het is van groot belang dat de inwoners van Halle worden betrokken in de plannen zodat we nieuwe frisse ideeën kunnen opdoen en een draagvlak creëren voor ons ambitieus plan.
Steden beleggen hun geld volop in fondsen en ook in fondsen waarmee men de vernietiging van ons klimaat investeert. Het is tijd om dat geld terug te trekken uit deze fondsen en te investeren in ons eigen plan om Halle klimaatneutraal te krijgen.
Drie. Groene en leefbare stad
- Elke wijk en deelgemeente in Halle verdient een groene oase. Het is belangrijk de bestaande groene oases goed te onderhouden en te kijken hoe de kleinste nog verder kunnen worden uitgebreid. Ontspanning en een plaats voor de jeugd moeten worden geïntegreerd in deze plannen.
- Bij heraanleg van straten streven we naar minstens elke 150 meter een boom, een autodeelplaats, een fietsenrek, een bankje en geveltuinen.
- Waar zonnepanelen niet mogelijk zijn, worden groendaken de norm. De stad gaat zelf actief op zoek naar particulieren die in aanmerking komen voor de subsidies.
- In elke wijk komt een kringwinkel die ook herstel- en deeldiensten (onder andere van gereedschap) organiseert. Elke wijk krijgt een hergebruik-, reparatie- en deelpunt.
- Er komen meer vuilnisbakken op drukbezochte plaatsen zoals buurtparken. Voorzie vuilnisbakken bij alle bushaltes, waar mogelijk met sorteeropties.
Visie
Natuur en groen is rustgevend, tempert het geraas van het verkeer, vangt luchtvervuiling op en zorgt voor koelte in de zomer. Bomen en planten zijn essentieel in een gezonde leefomgeving. Ze zouden een basisrecht moeten zijn voor elke stadsbewoner. Willen we een voor iedereen leefbare stedelijke omgeving, dan hebben we een globale visie nodig. Een visie met een evenwicht tussen private, bebouwde ruimte en gemeenschappelijke open en groene ruimte. Een visie met respect voor biodiversiteit en waardevolle natuurgebieden.
Ruimte die in onze stad vrijkomt wordt maar al te dikwijls zonder enige inspraak toevertrouwd aan bouwpromotoren en projectontwikkelaars. Die poten er grote woon- en kantooreenheden neer met veel te weinig open en groene ruimte. Wij vinden niet dat groen mag verdwijnen voor de winsten van een bouwpromotor. We evolueren op die manier naar een stad waar de rijksten recht krijgen op groen en de rest het moet stellen met grijs beton. Een betere stadsplanning moet dat tegengaan.
Halle telt in het centrum en de deelgemeenten al verschillende parken met het Albertpark, het Kasteelpark, het Warandepark en het park van Buizingen als grootste voorbeelden. Deze groene oases vormen een belangrijke buffer voor het opnemen van CO2 en vormen een plaats waar mensen tot rust kunnen komen. Deze groene zones moeten goed worden onderhouden. Niet enkel de parken moeten zorgen voor een groen Hals gelaat. We willen de Halse gevels versieren met geveltuintjes -en planten. Op de daken die niet geschikt zijn voor zonnepanelen bouwen we heuse daktuinen die Halle ook langs boven groener zullen doen kleuren. Er worden subsidies vrijgemaakt om deze daktuinen aan te leggen zodat iedereen de mogelijkheid heeft dit te realiseren. Bij de heraanleg van straten moet worden nagedacht over de aanplanting van nieuwe bomen.
Zo zorgen we voor propere lucht in een aangename stad en wapenen we ons ook tegen de gevolgen van het opwarmende klimaat. Groen en begroeiing zorgen namelijk voor afkoeling. Dat is nodig want boven het asfalt en beton lopen in de zomer de temperaturen sneller op. Een begroeide bodem kan ook regenwater doorlaten en even vasthouden zodat onze rioleringen minder water te slikken krijgen bij stortbuien.
Om afval te vermijden, richten we stedelijke herstelateliers op waar we gebruiksvoorwerpen, kledingstukken en meubels laten herstellen om ze te hergebruiken. Is herstel onmogelijk, dan is er nog de optie van demontage om zo veel mogelijk bruikbaar materiaal te recupereren. We ondersteunen initiatieven als ruil -en tweedehandswinkels waar afgedankte spullen een tweede leven krijgen.
Om afval te vermijden op publieke plaatsen zijn er meer vuilbakken nodig. Elke 150 meter moet een vuilnisbak krijgen gecombineerd met bomen of een fietsenparking. We passen de stad op die manier aan aan de noden van voetgangers en fietsen. Mensen gaan ook sneller geneigd zijn om afval in vuilnisbakken te deponeren wanneer er meer vuilnisbakken voor handen zijn.
Vier. Mobiliteit
- We zetten volop in op de shift naar openbaar vervoer, fietsen en wandelen. (Zie programma mobiliteit)