Een armoedevrije stad
Wat moet het komende stadsbestuur prioritair doen? Naast het thema betaalbaar wonen en mobiliteit is dat in Halle de armoede aanpakken. Armoedebestrijding staat niet op zich en is verbonden met vele thema’s. We willen mensen versterken door volop in te zetten op wonen, op werk, op gezondheid, op onderwijs en op ontplooiing. Daar worden mensen sterker van en de stad ook. Om van Halle de eerste stad zonder armoede te maken, stellen we daarom zes strijdpunten voor.
Visie & achtergrondinformatie
Een dak boven je hoofd dat ruimte en rust biedt. Een baan die werkzekerheid biedt en een loon waar je mee rondkomt. Toegang tot een betaalbare gezondheidszorg en tot een onderwijs met kleinere klassen. Dat zijn allemaal essentiële elementen om mensen een toekomst te bieden. Daar zijn structurele maatregelen voor nodig. Natuurlijk, dat is een verantwoordelijkheid van de Vlaamse en de federale regering. Maar ook de stad heeft handvaten in de strijd tegen armoede. Haar sterkte is dat ze dichter bij de mensen staat. Of zou kunnen staan. Wonen, werk, gezondheid, onderwijs en ontplooiing: het zijn essentiële mensenrechten. Elk van die rechten vind je afzonderlijk terug in dit stadsprogramma. Maar specifiek voor mensen in een moeilijke sociale situatie is er veel mogelijk. Daarover hebben we het hier.
Armoede is een realiteit voor almaar meer mensen. Het is heus niet alleen een zaak van daklozen of studenten die niet meer de huurprijs van een kot kunnen betalen. Meer dan 2,1 miljoen Belgen lopen het risico om in armoede te belanden[1]. In Halle loopt 6,8% van de inwoners (of 2.764 Hallenaren) het risico om in armoede te belanden[2]. De energiecrisis heeft laten zien dat ook tweeverdieners in de problemen kunnen komen. Naast torenhoge energiefacturen moesten mensen ook nog afrekenen met een dure winkelkar. Daarnaast kan iedereen getroffen worden door werkloosheid of ziekte. Verzet tegen armoede is hoognodig in een wereld die helemaal de pedalen kwijt raakt.
Armoedebestrijding moet terug een hoofdprioriteit worden voor deze stad. Politici moeten de armoede bestrijden en niet de armen. Als partij vragen we ook de invoering van een armoedetoets voor onderwijs, huisvesting, gezondheid en andere domeinen.
[1] https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/armoede-en-levensomstandigheden/risico-op-armoede-sociale-uitsluiting
[2] https://www.hln.be/halle/armoederisico-daalt-ook-in-halle-ontdek-er-hier-alles-over~a8cd5e68/
Wat wij willen
Eén. Het recht van wonen garanderen voor allen
- In ons programmapunt van wonen hebben we zes speerpunten om wonen betaalbaar te maken.
Visie
Onze aanpak voor betaalbaar wonen in Halle beschrijven we in het hoofdstuk ‘Woonstad’ van dit programma. Hier hebben we het kort over noodzakelijke maatregelen voor de bescherming van mensen in armoede.
Zo willen we inzetten op laagdrempelige schuldhulpverlening en budgetbegeleiding in de buurthuizen. We willen daar ook woonbegeleiders helpen het recht op degelijke huisvesting te vrijwaren. We willen ook preventiever werken. De verhuurders willen we stimuleren de maatschappelijke dienstverlening te informeren zodra iemand twee maanden huurachterstand heeft. Dat geldt zowel bij sociale huisvesting als op de private huurmarkt.
Halle beschikt nu over 6 doorgangswoningen en 1 noodwoning[1]. Maar Halle moet ook echt werk maken om mensen uit dakloosheid te halen. Wie bij de noodopvang aanklopt, zou binnen de drie maanden toegang moeten krijgen tot een housing-first traject. Halle heeft dat nog niet. Het basisidee van housing-first is eerst een woning aanbieden en daarna begeleiding opstarten op maat van de mens. Internationaal onderzoek wijst uit dat housing first de meest efficiënte en kosteneffectieve manier is om dakloosheid te bestrijden. Wij willen dus ook dat Halle over een housing-first traject beschikt, met meer middelen en beschikbare huurwoningen.
[1] https://www.halle.be/nieuwsberichten/halle-optimaliseert-aanbod-doorgangs-en-noodwoningen
Twee. Vast werk, ook voor mensen in kwetsbare posities
- We willen dat het stadspersoneel representatief is voor de stadsbevolking: met ook laaggeschoolden, mensen met een beperking, jongeren, mensen met een migratieachtergrond.
- ‘Artikel '60-tewerkstelling' willen we alleen als dat de best mogelijke werkgelegenheid is voor de werkloze. We werken hiervoor samen met organisaties zonder winstoogmerk die de nodige expertise bieden.
- De stad moet de stadsdiensten in eigen handen houden en niet overlaten aan privébedrijven.
- We zorgen ervoor dat het OCMW investeert in goede en nabije arbeidsbegeleiding. Werk blijft de belangrijkste hefboom om uit armoede en sociaal isolement te raken.
- We organiseren het zo dat de stad zelf een representatief aantal werkplaatsen voor mensen met een beperking voorziet. Bv een sociaal restaurant, strijkatelier etc.
Visie
Het recht op arbeid is een van de sterkste factoren om uit armoede te blijven. Bij laaggeschoolden loopt het risico op tot 36,8 procent om in armoede te belanden. Bij hooggeschoolden bedraagt dit maar 8,7 procent. "Eenieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.” Zo staat artikel 23 van de universele verklaring van rechten voor de mens. Het recht op arbeid is ook opgenomen in de Belgische Grondwet. Dat iedereen toegang moet krijgen tot een job die beschermt tegen armoede, is de eerste uitdaging. Een job moet een degelijk loon opleveren zodat we geen ‘werkende armen’ hebben. Maar in ons land stijgt het aantal werkende armen tot bijna één op de twintig jobs. Van de nieuwe jobs is meer dan de helft (56 procent) tijdelijk en is bijna de helft (47 procent) heel erg laagbetaald. Zo komen we er dus niet.
Halle heeft zelf ook vele troeven om de werkloosheid aan te pakken. Ten eerste moet de stad haar eigen diensten terug in eigen handen nemen en houden. Men kan veel voorbeelden geven van dienstenchequebedrijven waarbij het personeel zwaar werk moet verrichten tegen een laag inkomen. Halle kan een verschil betekenen en dat kan enkel als het kiest voor een sociaal en rechtvaardig loonbeleid. Wij willen dat de stad een divers personeelsbeleid voert dat de realiteit in de samenleving weerspiegelt en voldoende aandacht heeft voor wie het moeilijk heeft op de arbeidsmarkt. Wij willen dat het stadspersoneel representatief is voor de stadsbevolking, voor mensen met een beperking, voor laaggeschoolden, jongeren, mensen met een migratieachtergrond.
‘Artikel 60-tewerkstelling’ willen we alleen als dat de best mogelijke werkgelegenheid is voor de betrokkene. Het blijft namelijk heel dikwijls een tijdelijke en laag verloonde tewerkstelling. We werken hier alleen samen met organisaties zonder winstoogmerk die de nodige expertise en omkadering bieden. Er moet hier doorgroeimogelijkheid zijn zodat mensen nadien niet opnieuw zonder werk vallen. Het OCMW moet investeren in goede en nabije arbeidsbegeleiding, want werk blijft de belangrijkste hefboom om uit de armoede en het sociale isolement te raken. Arbeidsbegeleiders horen thuis in de sociale centra van het OCMW voor intensieve begeleiding waar daar nood aan is. Sommige mensen kunnen om allerlei redenen niet (meer) functioneren in een normale job of op een beschermde werkplaats. Toch heeft iedereen recht op arbeid, om de zinvolle dagbesteding, het sociaal contact en de eigenwaarde. Voor deze mensen moet bijvoorbeeld arbeidszorg een mogelijkheid zijn. Daar werken mensen met fysieke of mentale problemen in een fietsherstelplaats, houtatelier of bakkerij. Arbeidszorg is een stabiele tewerkstelling en mag niet gezien worden als een opstap naar de arbeidsmarkt.
Drie. Alle inkomens boven de Europese armoedegrens
- Alle lonen en uitkeringen willen we boven de Europese armoedegrens tillen.
- De stad trekt het leefloon op tot boven de armoedegrens
- De stad start zelf een proefproject om het leefloon van eenoudergezinnen op te trekken en onvoorwaardelijk te maken. Dat is een sterk signaal naar de federale regering.
- Het leefloon moet gegarandeerd zijn voor iedereen met een (gezins)inkomen beneden het referentiebudget voor een menswaardig inkomen.
Visie
Onze samenleving heeft een laatste vangnet nodig voor mensen in sociale moeilijkheden. Iedereen moet de kans krijgen om gepaste hulp en dienstverlening te krijgen. Dat houdt in dat OCMW er naar streeft om ook de meeste kwetsbare mensen een menswaardig bestaan te geven. De huidige maatschappelijk werkers krijgen minder ruimte voor menselijk contact en voor opvolging en moeten meer tijd investeren in administratie en screenings. Het OCMW moet terug de brugfiguur worden tussen de gemeente en haar inwoners. Maatschappelijk werk is in de eerste plaats mensenwerk en geen computerwerk. Buiten de sociale rol speelt financiële hulp ook een cruciale factor in het bestrijden van kansarmoede. Het leefloon ligt tot op vandaag nog altijd onder de Europese armoedegrens. Voor een alleenstaande bijvoorbeeld bedraagt het leefloon op dit moment 1.288,46 euro per maand[1] terwijl de Europese armoedegrens voor een alleenstaande op 1.450 euro staat[2]. Dit is een verschil van 161,54 euro!
Wij willen dat de stad en het OCMW veel ambitieuzer worden om voor elke Hallenaar een menswaardig bestaan te garanderen. Halle en het OCMW moeten samen de sociale regie terug in handen nemen. Dit houdt in dat het OCMW elke uitkering aanpast tot boven de armoedegrens. Zo kan de stad ook een sterk signaal uitsturen naar de federale regering, die steeds meer en meer op deze uitkering wil besparen.
Wij willen de leeflonen optrekken tot aan het referentiebudget voor een menswaardig inkomen. Dat referentiebudget komt overeen met de Europese armoedegrens. Wij willen ook dat het leefloon onvoorwaardelijk is. En dat het rekening houdt met een veranderende realiteit. Zo moeten ook cohousing en samenhuizen kunnen, zonder dat je een derde van je leefloon verliest. Vandaag rekent het OCMW je bij cohousing meteen als samenwonende, ook al heb je geen relatie. Het gevolg is dat je leefloon zakt van 1.288,46 euro naar 842,12.
Als signaal naar de federale regering kan de stad zelf een proefproject starten en het leefloon van eenoudergezinnen onvoorwaardelijk maken. Dat is perfect mogelijk. Het is een belangrijke eerste stap om Halle armoedevrij te maken.
[1] https://www.vvsg.be/kennisitem/vvsg/leefloonbedragen-1
[2] https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/armoede-en-levensomstandigheden/risico-op-armoede-sociale-uitsluiting#news
Vier. De stad streeft naar een sterke en betaalbare dienstverlening voor allen
- Algemene stop op prijsverhoging voor zwemmen, bibliotheek en containerpark en andere stadsdiensten.
- We verlagen de prijs van de reeds bestaande stadsdiensten, bvb. van het containerpark.
- Dienstverlening volgens 3 B’s: bereikbaar, begrijpelijk en behulpzaam. Nu lopen mensen zich vast in de doolhoven van dienstverlening.
- We voeren een sterkeschouderstaks in voor grote bedrijven om zo de belasting te verlagen bij inwoners en kleine zelfstandigen.
- We voorzien gratis maaltijden voor kinderen op school.
- We schaffen in alle scholen de boterhammentaks af.
Visie
Als je het financieel niet breed hebt, dan wegen kosten zoals dure stadsdiensten extra hard door. Als stad moeten we er dus voor zorgen dat die zo weinig mogelijk kosten. Je betaalt bijvoorbeeld voor gebruik van het recyclagepark, maar ook in heel wat delen van Halle voerde het stadsbestuur een bewonerskaart in voor bezitters van een wagen. Als je één auto in je straat wil parkeren, kost je dat 10 euro. Maar voor een tweede wagen betaal je plots 100 euro.
Ook voor vuilniszakken betalen we in Halle veel. Op dit moment kost een rol grote restafvalzakken 20 euro. Voor personen met een laag inkomen blijft dit een zeer dure aankoop. Dit is dus een asociale maatregel. Maak de zakken voor alle Hallenaren betaalbaar. Wij willen dus kiezen voor goedkopere en beter toegankelijke stadsdiensten voor alle inwoners.
De gemeente Zelzate heeft een eerlijke taksshift ingevoerd, de grote bedrijven dragen het meest bij. Hierdoor is de gemeentebelasting verlaagd voor de inwoners en kleine zelfstandigen. De taksshift in Zelzate brengt in totaal 478.000 euro per jaar op. Daarvan wordt 100.000 euro gebruikt om ervoor te zorgen dat de vuilnisophaling in de gemeente niet duurder wordt. En dat de milieubelasting in 2024 in Zelzate is afgeschaft.
In Halle zijn er talloze bedrijven die jaarlijks miljoenen euro’s winst maken. Denk maar aan Colruyt, Callebaut of Pacapime. Indien Halle kiest voor een eerlijke verdeling van de bijdrage kunnen we voluit kiezen voor betaalbare en kwaliteitsvolle stadsdiensten.
We willen ook de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening doen stijgen. Vandaag lopen mensen zich vast in de doolhoven en drempels van de dienstverlening van de stad en OCMW. Wij pleiten voor de invoering van het 3-B’s-principe voor de stedelijke dienstverlening: bereikbaar - begrijpelijk - behulpzaam.
Wij willen ook de toegankelijkheid en kwaliteit van hulp en dienstverlening doen stijgen. Het OCMW en de stadsdiensten blijven voor veel inwoners een te hoge drempel om hulp te vragen. De dienstverlening moet bereikbaar zijn qua afstand. Maar je moet ook kunnen binnenwandelen voor een afspraak. We werken dus niet alleen met digitale afspraken. Vandaag zijn er wachtlijsten voor budgetbegeleiding en schuldbemiddeling. Hier moet de dienstverlening uitgebreid worden en met verschillende locaties toegankelijker gemaakt worden. De dienstverlening moet begrijpelijk zijn: geen moeilijke woorden en geen jargon, geen digitale doolhoven, maar hulp op maat. Met ook een tolk als dat nodig is. De dienstverlening moet behulpzaam zijn: ambtenaren en loketbedienden moeten niet vertrekken vanuit de regelgeving, maar vanuit de hulpvraag en hoe ze daarbij kunnen helpen. Ook dat is maatwerk. Wij willen een ‘rechtenverkenner’ bij elk loket. De eerste vraag die de medewerkers moeten stellen is dan: ‘Welkom, zullen we samen nagaan of je al je rechten uitput en hoe we je sociale grondrechten kunnen garanderen?’ Bij maatschappelijke begeleiding moet er ruimte zijn voor een vertrouwensband met de hulpverlener. Daarvoor moet de continuïteit van de begeleiding garant staan. Het is niet goed dat mensen in moeilijkheden telkens opnieuw hun verhaal moeten doen. Begeleiding op maat en op het tempo van de mensen is nodig. Kort als het kan, lang als het nodig is, met een vaste persoon.
Vijf. Automatische rechtentoekenning
- Wie aanklopt bij het OCMW voor een uitkering moet binnen de week geholpen worden.
- We organiseren het zo dat de verschillende rechten automatisch toegekend worden voor doelgroepen.
- We passen het ‘only-once-principe’ toe: als je een papier eenmaal binnen brengt, moet het ook gebruikt kunnen worden voor andere aanvragen. Dat maakt het leven voor iedereen eenvoudiger, ook voor de administratie.
Visie
Veel mensen die recht hebben op een uitkering doen daar geen beroep op. Het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin onderzocht deze onderbescherming. Conclusie: veertig procent van de rechthebbenden op een uitkering, vraagt die uitkering niet aan. Een van de redenen daarvoor is dat mensen vaak bij het OCMW aankloppen met het gevoel als profiteurs of fraudeurs bekeken te worden. Je moet voortdurend aantonen dat je behoeftig bent, met een reeks attesten, papieren en bankuittreksels. Het lijkt wel het opgeheven schoolmeester vingertje. Heb je wel genoeg inspanningen gedaan om werk te vinden? Kan je familie je niet helpen? Is je aanvraag geen sociale fraude? Men zet disproportioneel veel middelen en mensenkracht in op onderzoek naar fraude bij het OCMW. Let wel: de sociale fraude wordt op vijf procent geraamd terwijl veertig procent van de rechthebbenden geen hulp aanvraagt. De prioriteiten liggen dus manifest verkeerd. Je belastingbrief is bijna helemaal ingevuld via de app Tax-on-web. Toch moet je allerlei papieren verzamelen om te bewijzen dat je recht hebt op bepaalde sociale tegemoetkomingen. De overheid heeft je gegevens en toch moet je ze telkens opnieuw bewijzen. Dat is onlogisch en vermoeiend.
Het kan anders. Wij willen de verschillende rechten automatisch toegekend zien. Als je een papier binnenbrengt, dan moet het ook gebruikt kunnen worden voor andere aanvragen. Dat is het only-once-principe. Het maakt het leven voor iedereen eenvoudiger, ook voor de administratie.
Veel mensen die beroep willen doen op het OCMW ervaren lange wachttijden bij de aanvraag van een uitkering. Per aanvraag dient de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek te houden. Bijvoorbeeld: bij de aanvraag van een leefloon dient de sociaal werker meerdere gesprekken te voeren met de cliënt en gegevens te controleren uit de kruispuntbank van sociale zekerheid. Gemiddeld zit je aan 6 verschillende documenten per aanvraag, hierdoor is de gemiddelde wachttijd voor de toekenning of weigering van een leefloon 31 dagen. OCMW Gent heeft samen met KU Leuven een proefproject opgestart om de aanvraag van een leefloon efficiënter maar vooral sneller te laten verlopen. Het OCMW van Gent gebruikt een online applicatie om een leefloonaanvraag goed te keuren. Hierdoor kan een sociaal werker binnen de week de aanvraag tot een uitkering goedkeuren. Wij willen deze toepassing ook uitbreiden naar alle uitkeringen. Halle moet kiezen voor een hulpverlening die efficiënt en snel mensen in nood kan helpen. Wie aanklopt bij het OCMW moet binnen de week worden geholpen.
Naast een snelle toekenning is een uitreikende hulpverlening cruciaal om mensen op tijd te kunnen helpen. Momenteel dienen Hallenaren nog te vaak naar het OCMW te stappen bij mogelijke financiële problemen. Toch blijft dit voor veel mensen een zware drempel, om deze drempel weg te nemen moet het OCMW zelf de mensen proactief zoeken. Wij kiezen voor een verdere uitrol van het OCMW en stadsdiensten in Halle, in elke deelgemeente moeten sociaal werkers en stadsmedewerkers actief op zoek gaan naar hulpbehoevende inwoners. Wij kiezen dus voor een Halle dat sociaal op zoek gaan naar mensen in armoede, niet andersom.
Zes. Meer ondersteuning aan buurthuizen en buurtwerkingen
- We investeren nog meer in buurtcentra, we investeren in meer personeel per buurtcentrum. Zodat de buurtcentra nog meer het verschil kunnen maken.
- In het wijkhuis voorzien we budgetbegeleiding, woonbegeleiding, arbeidsbegeleiding, begeleiding bij energie- en waterproblemen, hulp bij onderwijs en opvoeding en laagdrempelige medische hulp door verpleegkundigen. Een wijkhuis moet dus het verlengde worden van het OCMW.
- Met huisbezoeken en straathoekwerk gaan we de wijk in om mensen te bereiken die de weg naar het wijkhuis niet vinden.
- Met buurtwerkers bouwen onze wijkhuizen aan een sterke, warme en solidaire wijk. Ze organiseren ontmoetingsmomenten en -activiteiten zodat de mensen uit de wijk elkaar beter leren kennen.
Visie
Al zijn er veel geëngageerde hulpverleners op het terrein, toch is de hulp vaak moeilijk toegankelijk. Mensen komen niet rond, stapelen schulden op, maar weten niet waar ze hulp kunnen vragen. En ze weten niet waar ze recht op hebben. Voorkomen is beter dan genezen. Een toegankelijke hulp- en dienstverlening helpt vermijden dat mensen verder wegzakken in de problemen. Het terugverdieneffect ervan is groot. Je investeert in dienstverlening maar tegelijk zorg je voor een hoger inkomen bij de burgers van de stad. Daarvoor zijn er veel hulpverleners en buurtcentra nodig.
Het mooie aan Halle is dat er enorm veel sterke sociale organisaties zijn. De stad moet hen nog meer ondersteunen. In de dienstverlening toont een stad haar kwaliteit. Wij willen een brede, laagdrempelige dienstverlening dicht bij de mensen brengen. De bestaande buurtcentra willen we meer middelen geven om zo te versterken. We willen binnen de buurthuizen meer structurele aanwezigheid zoals OCMW, CAW of Woonpunt Zennevallei.
Met het concept ‘koffie en papieren’ helpt het buurtcentrum bij administratieve problemen. Bij een kop koffie of thee krijgen mensen hulp om officiële papieren in orde te maken, om de energiefactuur uit te pluizen en om andere problemen op te lossen. Dat is laagdrempelig. Via een ‘rechtenverkenner’ gaat het buurtcentrum samen met de mensen na of ze wel alle sociale tegemoetkomingen krijgen waar ze recht op hebben. Want velen vragen hun rechten niet aan. In het wijkhuis voorzien we budgetbegeleiding, woonbegeleiding, arbeidsbegeleiding, begeleiding bij energie- en waterproblemen, hulp bij onderwijs en opvoeding, en laagdrempelige medische hulp met de uitrol van een geestelijke gezondheidszorg in alle bestaande en nieuwe buurtcentra.
Vanuit zo’n wijkhuis gaan buurtwerkers met huisbezoeken en straathoekwerk de wijk in om mensen te bereiken die de weg naar het wijkhuis niet vinden. Zij kunnen ook specifieke noden van de wijk detecteren waar een wijkhuis dan verder in moet investeren.
Via het buurthuis en de buurtwerkers bouwt ons wijkhuis aan een sterke, warme en solidaire wijk. Het organiseert ontmoetingsmomenten en -activiteiten, zodat de mensen uit de wijk elkaar beter leren kennen. Op die manier pakt het de eenzaamheid van veel mensen aan en werkt het ook aan een betere veiligheid en aan de samenhorigheid. Een win-winsituatie voor de mensen en voor de wijk.