Een financieel gezonde stad
Voor ons is de stad de plaats waar we leven, spelen, wonen, wandelen, produceren, ontspannen, fietsen en werken. We hebben allemaal de stad nodig. De sociale en ecologische noden moeten het uitgangspunt zijn van een beleid. Als we willen investeren in die noden, dan hebben we geld nodig. Waar je dat geld gaat halen, dat is een politieke keuze. Belasten we de burgers en kleine zelfstandigen of halen we het geld waar het zit? Bij grote bedrijven die aanwezig zijn op het Halse grondgebied, zoals Colruyt en Barry Callebaut bvb.?
Onze stad heeft een sociale taksshift nodig die slapend kapitaal mobiliseert bij de grootste bedrijven. We spreken met die taksshift de enorme rijkdom in onze stad aan om eindelijk werk te maken van de strijd tegen ongelijkheid. Om een toonbeeld te zijn van een strak en gezond financieel beleid nemen we maatregelen zodat het stadsbestuur een voorbeeld wordt tegen graaicultuur en postjespakkerij.
Wat wij willen
Eén. We voeren een eerlijke taksshift in
- We voeren een oppervlaktetaks in voor grote bedrijven op Hals grondgebied zoals Colruyt, Barry Callebaut, Fine Food Meat, Pacapime. KMO’s worden vrijgesteld.
- Verhuurders met meer dan 5 huizen laten we meer onroerende voorheffing betalen.
- We schaffen de milieubelasting af.
- We verlagen de belastingen voor kleine zelfstandigen.
- We verlagen de prijs van huisvuil en zetten een algemene stop op prijsverhogingen voor zwemmen, bibliotheek en containerpark.
- We verlagen de opcentiemen op de onroerende voorheffing.
- We pleiten voor een herfinanciering van de steden.
Visie
Heel wat grote bedrijven op ons grondgebied maken gebruiken van de stadsinfrastructuur, van diensten en van onderzoek. Colruyt, Barry Callebaut, Fine Food Meat, Pacapime… zijn enkele voorbeelden. Dat zijn bedrijven waarin miljoenen rondgaan. In tijden dat veel mensen moeilijk de eindjes aan elkaar kunnen knopen en de facturen oplopen, is het maar logisch dat het grootbedrijf en de grote banken een steentje bijdragen. Via onze “sociale taksshift” halen we het geld waar het zit zodat we aan de zelfstandigen en de bevolking meer zuurstof kunnen geven.
Zo’n sterksteschouderstaks bestaat al. In Zelzate voerde het gemeentebestuur op initiatief van PVDA-schepenen een oppervlaktebelasting in die enkel de grootste bedrijven raakt, zoals ArcelorMittal. Kleine en middelgrote bedrijven (tot 5000m2) blijven buiten schot. Ook in veel andere steden en gemeenten bestaan er soortgelijke belastingen. Als we de oefening voor Halle maken, zouden we met een oppervlaktebelasting van 9000 m2 al enkel voor de bovengenoemde bedrijven meer dan 500.000 euro kunnen ophalen. Dat is een mooie som voor de stad, maar peanuts voor die bedrijven. Een andere manier om de grootste bedrijven te laten bijdragen is een drijfkrachttaks, die in Halle al bestaat. Het is een belasting op het vermogen van motoren. Ook hier stellen we een basisvermogen vrij van de belasting.
Verder verhogen we de onroerende voorheffing voor verhuurders met meer dan 5 huizen en pleiten we als stad ook bij de centrale overheden voor een herfinanciering van de stadsbudgetten.
Met deze sociale taksshift verlagen of schaffen we ineens een aantal belastingen voor inwoners en kleine zelfstandigen af. Net zoals in Zelzate schaffen we bijvoorbeeld de milieubelasting af. “Met deze inkomsten organiseren we o.a. de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval”, verdedigt het Halse stadsbestuur die belasting. Maar daar betalen we toch al voor via onze vuilniszakken of via de retributies in het recyclagepark? Het grootste deel van haar inkomsten haalt Halle trouwens uit de ‘opcentiemen op de onroerende voorheffing’. Die zijn goed voor zo’n 16 miljoen euro per jaar. Het huidige tarief van 920 opcentiemen ligt dan ook ver boven het gemiddelde van 750 opcentiemen wat in de omliggende gemeenten wordt geïnd. Wie in Halle eigenaar is van een huis, moet dus diep in de geldbeugel tasten. Terwijl de prijzen van huizen en appartementen al zo hard zijn gestegen. Een woning aankopen mag toch niet enkel weggelegd zijn voor de happy few?
Maar het geld bij de grote bedrijven gaan halen, zal er ook voor zorgen dat we belastingen voor lokale handelaars kunnen verlagen. Dat moet de kleine zelfstandigen in onze stad wat meer financiële ademruimte geven en vermijden dat te hoge kosten de lokale handelaars verder uit ons stadscentrum zullen wegjagen.
Twee. Breken met de cultuur van postjespakkerij en zelfbediening
- Het schepencollege geeft zelf het goede voorbeeld door te bekijken op welke zaken het kan besparen in de eigen werking: bvb.: op extralegale voordelen of de vertegenwoordiging in allerlei intercommunale raden.
- We maken de inkomsten van leden van het stadsbestuur openbaar.
Visie
De politiek kwam de laatste maanden en jaren in een slecht daglicht te staan door allerlei graaischandalen, dubieuze steekpenningen en het creëren van allerlei goedbetaalde, maar weinig betekenisvolle postjes. Dit ondergraaft het vertrouwen dat mensen in de politiek hebben. We willen dat vertrouwen herstellen en daarvoor geven we het goede voorbeeld. We bekijken op welke zaken we kunnen besparen in de eigen werking van het schepencollege. Dat kan gaan over bepaalde extralegale voordelen of de vertegenwoordiging van stad Halle in allerlei intercommunale raden. Daarnaast gaan we voor openbaarheid van alle inkomsten van leden van het stadsbestuur.